Zelf bier brouwen

Wil je zelf bier gaan brouwen maar je weet nog niet hoe?

Of heb je al eens een klein startpakket gebrouwen en smaakt het na 5 liter bier naar meer?

Dan vertellen we je er hier graag meer over! We beginnen met de 9 stappen van het bierbrouwen beknopt uitleggen zodat je niet direct het overzicht verliest. Daarna wordt een overzicht gegeven van alle benodigdheden. Daaronder wordt er per stap in meer detail uitgelegd wat je moet doen en wat je er voor nodig hebt.

Brouwen in 9 stappen

De eerste stap is het pletten, in stukjes breken, van de mout. Dit doe je met een speciale moutmolen, ook wel een schrootmolen genoemd.

Je stopt de mout er bovenin en de geschrote mout komt er onder uit door aan de hendel te draaien. De afstand tussen twee rollen is af te stellen zodat je het niet te fijn of te grof schroot. Hierdoor komt het zetmeelkern van de moutkorrel vrij maar blijven de vliesjes zo veel mogelijk in tact.

Terwijl je aan het schroten bent warm je vast water op voor het maischen. De geschrote mout doe je in de brouwpan of -ketel als deze de juiste temperatuur heeft bereikt. Je houdt één temperatuur aan of warmt in stapjes op, afhankelijk van de mout die je gebruikt en het recept dat je volgt.

Tijdens het maischen zet je het zetmeel uit de geschrote mout om tot suikers. Als alles is omgezet breng je de temperatuur omhoog om het proces te stoppen.

Nadat al het zetmeel omgezet is in suiker is het tijd om de suikers uit de maisch te gaan spoelen. Terwijl je aan het maischen bent warm je vast spoelwater op. Dit warme spoelwater giet je voorzichtig in de maischpan- of ketel.

Ondertussen hevel je met een hevelfilter of filterbodem het suikerwater uit de pan of ketel. Het hevelfilter zuigt van onderen aan waardoor een filterbed ontstaat met de vliesjes van de mout. Als je de gewenste hoeveelheid of gewenst suikergehalte hebt bereikt stop je met spoelen.

Nadat het suikerwater mooi helder is gespoeld breng je dit mengsel in de kookpan- of ketel aan de kook. De bedoeling is dat het een rollende kook wordt zonder dat de deksel er (volledig) op zit.

Hierdoor verdampen er stofjes die je niet in je bier wilt hebben en dikt je bier wat in omdat je water verliest. Het suikerwater wordt ontsmet in deze stap en je voegt hier hop en eventueel kruiden toe voor bitterheid en smaak.

Aan het einde van deze stap heb je wort.

Nadat het koken voorbij is wil je het zo snel mogelijk terug koelen naar kamertemperatuur. Je voorkomt hiermee dat er andere dingen gaan groeien in je wort.

Bij een kleine hoeveelheid kan je je pan nog in een bak met ijs zetten maar je hebt al snel een koelen nodig om het snel genoeg terug te koelen tot zo’n 20 ℃.

Je hevelt daarmee gelijk of na het koelen de wort naar een vergistingsvat of -tank die je volledig ontsmet hebt. Je klettert de wort voor voldoende zuurstof of belucht je wort achteraf nog.

Het wort is nu teruggekoeld naar ongeveer 20 ℃ en dat betekend dat je de gist kan enten. Je voegt droge gist uit een zakje, of voor de gevorderde brouwer een giststarter, toe aan het vergistingsvat of de vergistingstank. 

Omdat de wort veel suiker bevat, zojuist belucht, is en de ideale temperatuur heeft zal de gist snel groeien en de suikers omzetten in alcohol en koolzuur (CO2). 

Ook ontwikkelen zich allerlei smaken, afhankelijk van het type gist en de vergistingstemperatuur.

Na enkele dagen van hoofdvergisting, afhankelijk van de temperatuur en het type gist, zal een groot deel van de gist langzaam dood gaan omdat de meeste suikers omgezet zullen zijn. Het vergisten gaat steeds langszamer.

Om het bier, wat het wort nu geworden is, helder te maken kan je er voor kiezen het een tijdje kouder te houden zodat alle vast deeltjes naar beneden zakken.

Tijdens deze stap zou je ook kunnen dryhoppen, niet voor niks koudhoppen genoemd in het Nederlands, voor fruitige of bloemige hoparoma’s.

Als het bier helemaal uitvergist is, ja echt helemaal, dan pas ga je bottelen. Liever doe je dit wat later dan eerder want anders gaat het vergisten ongecontroleerd door in de fles.

Voeg suiker bij het bier in het vat of in ieder bierflesje. Hevel het bier over in de fles zonder dat er onnodig zuurstof bij komt en vul de flessen voldoende op allemaal dezelfde hoogte. Daarna druk je er een kroonkurk op met een kroonkurkapparaat.

Zet de flessen weer rond kamertemperatuur weg om de hervergisting te starten. De overgebleven gist zet de nieuwe suiker om in de gewenste hoeveelheid koolzuur en nog een beetje alcohol.

Afhankelijk van het type bier zal je ook nadat het bier hervergist is op de fles nog even geduld moeten hebben. Natuurlijk kan je iedere week een flesje open trekken om te proeven hoe de smaken zich ontwikkelen.

Je zal zien dat het bier lekkerder wordt, bij veel bieren zijn dat enkele weken. Voor zwaardere bieren kan dat maanden duurder voordat het bier echt op zijn best is.

Vergeet niet als laatste te genieten en je bier te delen met iedereen!

Benodigdheden

Verbruikers

Dit zijn dingen die je verbruikt tijdens het brouwen en af en toe opnieuw zal moeten kopen als je vaker brouwt. Klink op de links om de producten te vinden.

Ingrediënten

Dit zijn de ingrediënten die je nodig hebt voor bier brouwen. In de linker kolom vind je de vier onmisbare basisingrediënten. In de rechterkolom vind je ingrediënten die je eventueel kan toevoegen aan je (een deel van) je bier.

Bier brouwen in gedetaileerde stappen

1. Schroten

Tijdsduur

30 minuten

Benodigdheden
  • Weegschaal
  • Moutschep
  • Moutmolen
  • Grote voedselveilige bak, teil of emmer
Stappen
  1. Weeg iedere soort mout af volgens het recept dat je volgt.
  2. Gooi een handje mout in de moutmolen en schroot dit en kijk naar het resultaat. Is het te fijn geschroot (zie je meel)? Zet dan de walsen verder uit elkaar. Is het grof geschroot en zie je nog hele korrels, zet de walsen dan dichter bij elkaar. Herhaal dit totdat de korrel mooi uit elkaar valt en het vliesje van de gerstenmout heel blijft.
  3. Controleer per moutsoort of het resultaat hetzelfde is. Stel zo nodig bij. Het is belangrijk dat de zetmeelkern van de moutkorrel vrij komt maar de vliesjes zo veel mogelijk in tact blijven.
  4. Je kan alle geschrote mout bij elkaar in één bak of emmer doen.
  5. Maak achteraf de moutmolen vrij van al het stof, dit voorkomt dat het RVS gaat roesten. Dit kan eventueel met een kwast. Bewaar de molen daarna in een droge plek.
Optioneel
  • Je kan een dag van te voren vast schroten. Bewaar de geschrote mout goed afgesloten in een emmer zodat er geen vocht bij kan komen.

2. Maischen

Tijdsduur

60-90 minuten

Benodigdheden
  • Grote maatbeker
  • Brander of kookplaat
  • Pan of ketel
  • Grote lepel
  • Thermometer
Stappen
  1. Warm tijdens het schroten alvast het maischwater op. Meet het maischwater af volgens het recept en houd daarbij ongeveer 3 tot 4,5 liter water per kilogram mout aan. Verwarm het water tot de temperatuur van de eerste maischstap. Roer af en toe om te zorgen dat de temperatuur overal gelijk is.
  2. Als het water de gewenste temperatuur heeft bereikt stop je met verwarmen en roer je nog een aantal keer goed door en meet nog een keer of de temperatuur goed is.
  3. Stort nu alle geschrote mout in de maischketel en roer dit goed door. Meet na een tijdje op nieuw en verwarm eventueel bij om de gewenste temperatuur vast te houden. Of voeg eventueel wat koud water toe om af te koelen.
  4. Meet tussendoor of de temperatuur nog goed is, verwarm voorzichtig bij als nodig. En blijf goed roeren om de warmte goed te verdelen en te zorgen dat de enzymen het zetmeel uit de mout goed kunnen omzetten naar suikers.
  5. Hou de eerste temperatuurstap vast zoals beschreven in het maischschema van het recept dat je volgt. Het kan zijn dat het maar één stap is. Dek eventueel de ketel af om de temperatuur beter vast te houden.
  6. Verwarm met flink tempo, idealiter met één graad per minuut, de maischpan op naar de volgende temperatuurstap. Blijf zeker nu goed roeren rond op de bodem van de pan om te voorkomen dat er iets aanbrand.
Optioneel
  • Verwarm het water net wat boven de temperatuur van de eerste maischstap op. De geschrote mout zal het laten afkoelen en je wil er het liefste zo dicht mogelijk bij zitten. Er zijn online tools om dit te berekenen.
  • Aan het einde van de maischstappen kan je eventueel het geheel nog verwarmen naar 78 ℃ om alle processen te stoppen.
  • Eventueel kan je ook nog een zetmeelproef doen met jodium om te kijken of alle zetmeel in suikers is omgezet. Zo niet: hou de laatste stap langer aan en blijf goed roeren.

3. Spoelen

Tijdsduur

30 minuten

Benodigdheden
  • Grote maatbeker
  • Brander of kookplaat
  • Pan of ketel
  • Grote lepel
  • Thermometer
  • Hydrometer en/of refractometer
Stappen
  1. Meet tijdens het maischen vast het spoelwater af. Dit is afhankelijk van je recept en de verhouding van water en mout die je tijdens maischen gebruikt. Warm liever een paar liter te veel op, je hoeft het niet allemaal te gebruiken.
  2. Verwarm tijdens het maischen vast het spoelwater op naar minimaal 78 ℃ maar laat dit ook niet warmer dan 90 ℃ worden. Roer af en toe tijdens het opwarmen en meet of al het spoelwater ongeveer dezelfde temperatuur heeft bereikt.
  3. Zorg er voor dat de maischketel hoger staat dan je kookketel zodat je met gebruik van de zwaartekracht de suikerhoudende vloeistof kan overhevelen. 
  4. Als het maischen is afgelopen laat je de maischketel even tot rust komen waardoor alle deeltje naar de bodem zakken. Als je een hevelfilter gebruikt kan je deze vast plaatsen en aansluiten.
  5. Begin het spoelen door eerst de vloeistof uit de maischketel over te hevelen naar een grote maatbeker, help dit eventueel op gang met aanzuigen. Je ziet dat de vloeistof steeds helder wordt nu het filterbed zich begint te zetten.
  6. Doe nu de slang over naar de kookketel en spoel de troebele vloeistof van de maatbeker terug in de maischketel. Plaats eerst een plastic bord of iets anders wat drijft om het filterbed niet te verstoren met gieten.
  7. Ga door met overhevelen en giet voorzichtig het warme spoelwater op de maischketel. Zorg er voor dat de mout op de bodem niet boven het waterniveau uitkomt.
  8. Spoel vooral niet te snel want dit is een belangrijke stap om zo veel mogelijk suikers uit het mengsel te spoelen.
  9. Meet tussendoor steeds het suikergehalte in de kookketel. Als je met een hydrometer meet moet je ook de temperatuur meten want deze is hoger dan 20 ℃ en corrigeer deze met een waarde uit een tabel of een app of online tool.
  10. Spoel nu door tot je of de gewenste hoeveelheid in je kookpan hebt bereikt of tot je het gewenste suikergehalte (SG) hebt gehaald.
Optioneel
  • Meet met een refractometer in plaats van een hydrometer. Hiermee kan je sneller meten omdat je maar een paar druppels nodig hebt en deze koelen snel af waardoor je ook niet voor de temperatuur hoeft te corrigeren.
  • Verwarm de kookketel alvast richting de 100 ℃ om het proces te versnellen. Maar houd de temperatuur onder de kook tijdens deze stap.

4. Koken

Tijdsduur

60-120 minuten

Benodigdheden
  • Brander of kookplaat
  • Pan of ketel
  • Grote lepel
  • Hopzakjes of hopspider
  • Hydrometer en/of refractometer
Stappen
  1. Zet de brander maximaal aan en verwarm het wort zo snel mogelijk richting de 100 ℃. Eventueel kan je de pan nog afdekken in deze stap.
  2. Als je de kook hebt bereikt zorg je er voor dat je hard genoeg blijft koken waardoor er een rollende kook ontstaat. Dek de pan nu niet meer af zodat alles wat verdampt goed kan ontsnappen tijdens het koken. Dit voorkomt onaangename bijsmaken.
  3. Start nu de timer voor koken van minimaal een uur. Gebruikelijk is ongeveer 90 minuten koken.
  4. Voeg de bitterhop, in een hopzakje of -spider, zoals aangegeven in het recept. Eventueel kan dit in meerdere stappen zijn. Dus houdt de tijd hier tussen goed bij.
  5. Vlak voor het einde van de kook zal je nog aromahop toevoegen en eventueel kruiden of andere toevoegingen als je dat wilt.
Optioneel
  • Verwarm de kookketel alvast richting de 100 ℃ tijdens het spoelen om het proces te versnellen. Maar houd de temperatuur onder de kook tijdens deze stap.
  • Meet vlak voor het toevoegen van de aromahop of je het gewenste suikergehalte (SG) hebt gehaald. Eventueel kan je langer koken om meer te verdampen en dus wort met een hoger suikergehalte over te houden. Maar bedenk dat je dan wel minder bier overhoud en dat de kooktijden van de hop en de kleinere hoeveelheid invloed hebben op de bitterheid.
  • Voeg nadat je de kook bent gestopt of als je het wort een stukje hebt teruggekoeld, naar bijvoorbeeld 80 ℃, nog aromahop toe voor nog meer aroma en minder bitterheid.
  • Roer eventueel nog hard door de pan om een soort whirpool op gang te brengen. Hierdoor komen alle vaste deeltjes in het midden en hoef je deze niet mee over te hevelen naar je vergistingsvat.

5. Koelen

Tijdsduur

30 minuten

Benodigdheden
  • Dompel, tegenstroom of -platenkoeler
  • Tuinslang met koppelingen
  • Voedselveilige temperatuurbestendige slangen
  • Slangklemmen
  • Eventueel een hevelfilter
  • Thermometer
  • Hydrometer en/of refractometer
  • Vergistingsvat met waterslot
Stappen
  1. Bereid de installatie van de koeling vast voor tijdens het koken. Ontsmet alles grondig wat in aanraking kan komen met het wort. Bereid ook alvast het vergistingsvat voor en ontsmet ook deze inclusief alle losse onderdelen zoals kraantjes en watersloten.
  2. Plaats de kookketel eventueel hoger en het vergistingsvat zo laag mogelijk. Zet de koeler ergens halverwege en zorg dat alle slangen goed aangesloten zijn.
  3. Zorg het overhevelen op gang komt terwijl je koud water door de koeler heen stroomt. Regel de snelheid van koelen met een kraantje of het dichtknijpen van de slang.
  4. Laat het wort vanuit de koeler in het vergistingsvat kletteren zodat er voldoende zuurstof voor de gist in het vat terecht komt.
  5. Meet continue de temperatuur in het vergistingsvat en vertraag de wort als het niet onder de 25 ℃ is in het vergistingsvat.
  6. Wacht tot alles goed gekoeld is en doe nog een laatste meting van de hoeveelheid suiker in de wort. Deze hoeveelheid SG heb je straks nodig om het alcoholpercentage te berekenen.
Optioneel
  • Als je werkt met een hevelfilter kan je deze de laatste 10 minuten mee koken, hierdoor ontsmet deze vanzelf.
  • Heb je maar een klein brouwsel of vind je koelen te ingewikkeld? Dan kan je er voor kiezen om het af te koelen in een ijsbad of je wort in je ontsmette vergistingsvat te laten kletteren en zonder waterslot af te sluiten. Zet het koud weg voor een nacht en ga verder met de volgende stap als het vanzelf afgekoeld is.

6. Vergisten

Tijdsduur

3 – 14 dagen

Benodigdheden
  • Vergistingsvat met waterslot
  • Hydrometer en/of refractometer
  • Scherp mes
  • Ontsmettingsmiddel en/of alcohol doekjes
  • Eventueel: vergistingskast
Stappen
  1. Haal de gist tijdig uit de koelkast om langzaam om kamertemperatuur te laten komen. In het geval van vloeibare gist aan het begin van je brouwdag, korrelgist kan korter van te voren.
  2. Zorg dat je de laatste SG meting hebt gedaan zoals beschreven tijdens het koelen. Controleer daarna of het wort voldoende is afgekoeld voordat je de gist gaat toevoegen (enten). Voor een bovenvergistende gist is dit tussen de 15 en 25 ℃. Voor een ondergist tussen de 4 en 12 ℃. Hou ook hierbij het recept wat je volgt aan of eventueel het advies van de gistleverancier.
  3. Ontsmet een mesje met een alcoholdoekje of ander ontsmettingsmiddel en snijd het zakje gist open en doseer één tot vier zakjes afhankelijk van de hoeveelheid die je hebt gebrouwen, het begin SG van je wort en of je op lage of hogere temperatuur vergist.
  4. Sluit het vergistingsvat luchtdicht af en doe wat water met ontsmettingsmiddel in het waterslot.
  5. Plaats het vergistingsvat op een plek waar de temperatuur zo constant mogelijk is en in het begin liever iets ligt onder de vergistingstemperatuur. Gist produceert zeker in het begin veel warmte en het zal er daardoor warmer zijn dan in de omgeving. Als je te warm vergist kan die erg fruitige of alcoholische bijsmaken geven. Te koud vergisten duurt langer of het vergisten kan zelfs stokken.
  6. Luister of het waterslot geluid begint te maken en zo niet controleer dan door het vat in te drukken of het echt luchtdicht is afgesloten. Meet eventueel of het SG al gedaald is, in dat geval is de vergisting gewoon op gang gekomen.
  7. Zet het vat eventueel wat warmer weg na een aantal dagen of pak in in een deken om de temperatuur wat te verhogen.
  8. Heb geduld en meet na bijvoorbeeld een week hoe ver de vergisting is. In het begin duurt het even voor het op gang komt, daarna het een aantal dagen heel hard en daarna wordt het weer minder. 
Optioneel
  • Als je een grote verbetering wilt doorvoeren bouw dan een klimaatkast waarin je het bier vergist. In combinatie met een verwarmingslint of buisverwarming kan je met een temperatuursregelaar een oude koelkast eenvoudig ombouwen. Je kan eventueel ook je vergistingsvat in een grote kuip plaatsen met water en deze verwarmen met een aquariumverwarming.

7. Lageren

Tijdsduur

7 – 28 dagen

Benodigdheden
  • Vergistingsvat met waterslot
  • Hydrometer en/of refractometer
Stappen
  1. Nu het waterslot steeds minder actief is en je door een meting met je hydrometer en/of refractometer meet dat het SG al sterk is afgenomen is de hoofdvergisting voorbij. Afhankelijk van het type vergistingsvat zou je oude gistslurrie kunnen weghalen of eventueel naar een schoon en ontsmet vat kunnen overhevelen.
  2. Zet het vat eventueel wat warmer weg na een aantal dagen of pak in in een deken om de temperatuur wat te verhogen.
  3. Heb geduld en meet na bijvoorbeeld een week hoe ver de vergisting is. In het begin duurt het even voor het op gang komt, daarna het een aantal dagen heel hard en daarna wordt het weer minder. 
  4. Wacht in totaal 2 tot 3 weken of langer als je koeler vergist en meet opnieuw of je het eind SG hebt bereikt volgens het recept. Het kan zijn dat je dit niet haalt of er zelfs onder gaat. Maar wacht met bottelen tot je 3 dagen lang geen verschil in SG meet.
Optioneel
  • Afhankelijk van de bierstijl die je brouwt en het recept zou je nog toevoegingen zoals aromahop en bijvoorbeeld fruit kunnen toevoegen tijdens het vergisten. Dit is vaak voor een aantal dagen maar let hier goed op dat je alles ontsmet en zo min mogelijk zuurstof in het vergistende bier laat komen.
  • Een aantal dagen voor het bottelen zou je de tank verder kunnen afkoelen rond de 4 ℃. Hiermee zakt alle dode gist en andere nog eventueel aanwezige vaste delen naar de bodem van het vergistingsvat. Hiermee krijg je een helder bier met minder kans op smaakafwijkingen.
  • Als je het SG meet met een refractometer denk er dan aan dat je corrigeert voor de hoeveelheid alcohol die er al in zit. Er zijn online tools of apps om dit te doen.

8. Bottelen

Tijdsduur

30 – 120 minuten

Benodigdheden
  • Lege flesjes
  • Kroonkurken
  • Kroonkurkapparaat
  • Eventueel flessenspoelapparaat en flessenpaal
  • Tweede vergistingsvat of emmer met kraan
  • Vulpijpje
Stappen
  1. Terwijl je wacht tot je bier is uitvergist kan je vast flesjes verzamelen en schoonmaken. Het beste is flesjes zelf leegdrinken en daarna direct omspoelen en laten drogen. Maak daarna de flessen nog een keer ook goed van binnen schoon met een flessenspoelapparaat en laat ze uitlekken op een flessenpaal. Je kan natuurlijk ook nieuwe bierflessen kopen.
  2. Begin eerst met alle flessen ontsmetten. Met nieuwe flesjes kan je dit eventueel overslaan aangezien het bier al alcohol bevat maar het is een risico. Laat ze uitdruipen op een flessenpaal.
  3. Weeg de bottelsuiker af volgens het recept en los deze op in een kleien hoeveelheid kokend water om te ontsmetten. Of doe een klein suikerklontje in ieder flesje.
  4. Ontsmet een tweede vergistingsvat of emmer met kraan en hevel de wort over in dit schone vat. Voeg of de suiker toe in het vat en roer met een ontsmette lepel af en toe door om het goed te verdelen.
  5. Ontsmet ook de buitenkant van het kraantje en ontsmet het vulpijpje voordat je het op het kraantje plaatst. Open de kraan en zorg dat het vulpijpje niet lekt.
  6. Plaats een flesje om het vulpijpje en druk deze naar boven. Laat het flesje vullen tot net voordat het overloop en trek dan snel het flesje naar beneden.
  7. Vul een aantal fles en doe dan een kroonkruk in het kroonkurkapparaat. Zet het flesje eronder en sluit de kroonkruk goed af. Controleer dit eventueel door het flesje op de kop te houden.
  8. Herhaal dit tot alle flesjes gevuld zijn en bewaar het laatste deel van het bier om te proeven.
  9. Zet de flesjes nu op kamertemperatuur weg voor één à twee weken om de flessen op druk te brengen tijdens deze hervergisting op fles.
  10. Zet de flessen daarna zo koel en donker mogelijk weg zodat je ze lang kan bewaren.

9. Rijpen en proeven

Tijdsduur

Weken – jaren

Benodigdheden
  • Geen
Stappen
  1. Laat je bier voldoende rijpen. Drink bieren met veel aromatische hop binnen 3 maanden op, daarna worden ze steeds minder fruitig. Bewaar zware bieren met veel donkere mouten zoals porters en stouts juist een aantal maanden of een jaar voordat je ze opentrekt.
  2. Maar proef altijd tussendoor om te leren van de ontwikkeling van de smaak.
  3. Proef je bier eventueel naast vergelijkbare bieren uit dezelfde bierstijl en proef met meerdere mensen. Probeer eerst te omschrijven wat je ziet, daarna wat je ruikt en als laatste pas wat je proeft. Is er iets niet naar je wens? Of zit er een afwijking in de smaak? Probeer te achterhalen wat dit kan hebben veroorzaakt en probeer het de volgende keer nog lekkerder te maken!

Vergeet niet als laatste te genieten en je bier te delen met iedereen!

To top